Friday 19 April 2024 | Home | Informatie | Multimedia | ANBI
Contact: mail#

Provinciaal beleid

Het ruimtelijk provinciaal beleid ligt voornamelijk besloten in het ‘ Provinciaal Omgevingsplan Limburg’ (Provincie Limburg, 2001). De gewenste ontwikkeling op hoofdlijnen is vastgelegd in zogenaamde perspectieven (p-gebieden). De gewenste ontwikkeling voor het plangebied en omgeving ziet er als volgt uit: de kwelzone onder de steilrand is aangewezen als ontwikkelingsgebied ecosystemen (P2). Langs de bovenloop van de Aalsbeek liggen gebieden met ruimte voor veerkrachtige watersystemen (P3); dit deel is ook aangewezen als ecologische verbindingszone. Deze drie perspectieven vormen globaal de provinciale ecologische structuur (PES). Ten westen van de kwelzone ligt een gebied dat aangewezen is als vitaal landelijk gebied (P4). Vanaf klooster Schonenborg tot aan de Maas heeft de Aalsbeek een Specifiek ecologisch functie (SEFbeek). De kwelzone langs de steilrand en het gebied Holtmühle is aangewezen als bufferzone verdroging en hydrologisch gevoelig natuurgebied, het hoogterras is infiltratiegebied (Provincie Limburg, 2001).

In het ‘Reconstructieplan Noord- en Midden-Limburg’ (Provincie Limburg, 2004) dat als uitwerking van het Provinciaal omgevingsplan kan worden gezien, is het plangebied grotendeels ingedeeld in het gebied met Stedelijke Dynamiek. Het hoogterras is ecologisch van belang, echter tevens verdrogingsgevoelig natuurgebied. Het stroomgebied van de Aalsbeek krijgt prioriteit in de uitvoering van de reconstructieplannen. Voor het plangebied is het beleid meer in detail (zoals afgeleid van diverse kaarten):
• het hoogterras is onderdeel van het zoekgebied Robuuste ecologische verbindingszone Schinveld-Mook;
• ten aanzien van de waterkwaliteit dienen extra maatregelen langs de beek en de kwelzone te worden uitgevoerd;

foto